zaterdag 17 augustus 2019

Dorpsbelevenissen





Er woont een man in het bushokje van V. Er is daar één bushokje, en in de schoolvakanties rijdt er geen bus, dus hij heeft nog even. Hij heeft zich er geïnstalleerd met allerlei lappen en dozen en een kratje dat als tafeltje dient. Schuin achter zijn huisje is sinds twee weken de slagerij weer open met een nieuwe eigenaar, de graatmagere Sylvain. Mij is verteld dat hij met vier kinderen uit de Elzas hier naartoe is gekomen nadat zijn vrouw voor de tweede keer naar Parijs was weggelopen. Wij juichen deze stap toe (evenals de lokale basisschool) dus ga ik, koud terug van onze vakantie, vlees bij hem halen. Het ziet er keurig uit, alles is fris uitgestald. De slager draagt een schoon wit schort en haalt voor mijn bestelling van o.a. mousse de canard een mes uit een speciaal hoog opgehangen messenkast in het magazijn. Je weet maar nooit met die kinderen, natuurlijk. Hij werkt zoveel (de winkel is 54 uur per week geopend) dat hij die bengels niet voortdurend in de gaten kan houden. Als ik de winkel binnenga laat de slager net de hoogbejaarde maar zeer kwieke Mme Dubois uit, zij woont aan de overkant en is ook een van onze wekelijkse klanten in de coöperatieve winkel. Ik kan niet helemaal volgen waar ze het over hebben maar ik zie dat het gaat over de man in het bushokje. 

Terwijl de slager met mijn bestelling aan de slag gaat komt de man in een wolk van stank de winkel binnen. Hij frommelt wat met de lader van een antieke mobiele telefoon, kennelijk mag hij van de slager diens stroom gebruiken. Mme Dubois maakt haar hek open en steekt de straat over met een beker en een stuk stokbrood in haar hand. Kennelijk heeft ze die in het bushok neergezet want met lege handen opent ze de winkeldeur weer: op strenge toon beveelt ze de man zijn koffie op te drinken en de bijgeleverde sandwich op te eten. Ik heb het sterke vermoeden dat hij liever wat anders heeft dan koffie, alles aan zijn kapotte lijf schudt en beeft. Hij heeft ook die merkwaardige typische alco gezichtskleur, van grijs naar paars verlopend in de jukbeenderen en neuspunt. Daarbij is hij ook gewoon enorm vervuild. Ik heb te doen met die nieuwe slager, ben je nauwelijks aan de gang, heb je zo’n man in het bushok en je winkel. 

Maar dan gebeurt er weer iets bijzonders:  een voluptueus vrouwmens  komt strak in een uitpuilend licht jurkje gekleed de winkel binnen en loopt met twee tassen vol boodschappen naar achteren. Is dit de nieuwe vrouw in Sylvains leven? Of is de oude weer terug, nu ze dichter bij Parijs kan wonen? Duidelijk is, dat deze vrouw hem wel warmte kan geven!

Een paar dagen later is het bushokje leeg. Er schijnt een oplossing voor het huisvestingsprobleem van de man te zijn gekomen, maar het fijne ervan lijkt niemand te weten.  De  vriendelijke vrouw bedient nu pontificaal voor het etalageraam de kassa terwijl de slager die nu nog kleiner en magerder lijkt dan voorheen het vlees snijdt. Heel keurig. En ik neem aan dat haar bedrijfskleding ook wel een zekere aantrekkingskracht uitoefent op de m.n. mannelijke clientèle.  Die bestaat nl uit een weinig aan de verbeelding overlatend jurkje en als ze zich omdraait om stokbrood te pakken (slim is dat de slagerij nu ook depot de pain is én er is een postagentschap in de winkel gevestigd) kan men een blik op haar rug werpen waarop zich een fraaie tattoo bevindt. Hoe dan ook, de start van de slagerij in dit dorp zal niet onbesproken blijven. En dat is ook een manier om reclame te maken!