dinsdag 10 september 2019

Opruimen





Als je naar een kleinere woning verhuist kan het niet anders of je moet opruimen. Wij verhuisden eind januari 2018 naar Normandië. Aangezien het (vakantie)huis waar we gingen wonen al helemaal was ingericht, moesten we dus van een hoop zaken afstand doen. Omdat we tegenwoordig ontspullen leuk moeten vinden, je wordt er zo ‘zen’ van, gingen we met frisse moed aan de slag.  Meubels hoefden nauwelijks mee en vonden ook een weg naar anderen. Keukenspullen idem dito. Dozen vol boeken gingen naar het Goed, evenals nog veel meer spullen die we niet meer nodig hadden of domweg niet konden plaatsen. Omdat het huis bewoond werd door Jongste Dochter en vriend hoefde nog niet álles weg, ze moesten eerst maar eens bekijken of het beviel, hier te wonen en dan misschien ons huis kopen. Uiteindelijk vertrokken we met een enorme aanhanger met nog steeds eigenlijk veel te veel spullen.


Anderhalf jaar later werd de koop gesloten en nu moest er serieus werk gemaakt worden van het leegruimen van het huis. Ik geef het je te doen. Een meter strips, behalve Asterix en Kuifje in twee talen ook nog de Gefrustreerden en de door mij gehate maar door Man zeer gewaardeerde Andy Cap. Het volledige werk van Marten Toonder. Twee meter foto-albums en nog eens een doos vol met ingelijste foto’s. Babykleertjes, mooie truitjes en broekjes, kinderbeddengoed. Een doos kerstkaarsen, het traditionele kerstcadeau van onze oppas aan de kinderen gedurende zeker tien jaar. Speelgoed, knuffels. Een bont gekleurd teiltje uit mijn 'verantwoord speelgoed tijd' met houten eendjes, een tamboer en een schaapje. Een beetje kapotgespeeld en daarna woonden ze lange tijd op een plankje in de woonkamer waar ik er elke dag naar kon kijken. En dan natuurlijk mijn poppenhuizen en kleine projectjes. Had ik er al misschien wel tien weg gedaan (en één meegenomen naar Frankrijk), ik kon het toch niet over mijn hart verkrijgen ze maar gewoon op de brandstapel te gooien. En proberen ze op Marktplaats te verkopen was grotendeels alleen maar ergernis, met mensen die het normaal vinden 15 euro te bieden op een uniek Bretons huisje. Dus dat moest ook mee. Een paar andere gaf ik weg. Overal vond ik poppenhuisminiaturen, zaken die me herinnerden aan een hele bijzondere tijd in ons leven. In ons pied-à-terre had ik al wat mooie dingen in de vitrinekast gezet en daar kon gelukkig nog wel wat bij. Andere spullen had ik zeker tien keer in handen zonder dat er een echte bestemming voor kwam.
En hoewel ik heus wel weet dat je met heel bescheiden middelen prima kunt leven (daar is ons Franse huis een goed voorbeeld van, evenals ons pied-à-terre, dat je ook een ‘tiny house’ mag noemen) is het opruimen van je leven helemaal niet leuk en word ik er ook helemaal niet blij van. Het is een definitieve stap naar een volgende fase, namelijk de ‘nu zijn we oud -fase’. We hebben zoveel meer verleden dan toekomst en dan gooi je dat verleden ook nog grotendeels weg. Ik heb in zeker acht albums alle losgeraakte foto’s weer vastgelijmd en genoten van het bekijken ervan. Maar ze gaan niet mee naar Frankrijk, we slaan ze hier op het zoldertje op en misschien komen ze er ooit nog wel weer eens van af als de dochters foto’s willen kijken, maar onherroepelijk volgt het moment dat ze gewoon bij het oud papier terecht komen. En dat geldt natuurlijk voor alles.

Er klopt helemaal niks van je verhaal, Marie Kondo. Ontspullen maakt je verdrietig. Het schiet ervan in je rug en in je gemoed. En natuurlijk komt er weer ruimte voor iets anders en zul je de meeste van die spullen ook nooit missen als ze eenmaal weg zijn, maar het opruimen zelf is geen feestje.

Die teil met houten speelgoed stond in de volgepropte auto waarmee we naar Het Goed reden. ‘Die eenden neem ik weer mee,’ zei ik. Er volgde geen commentaar. Wat ik met die eendjes ga doen, in Frankrijk? Ik geef ze een mooi plekje in de remise om ze daar vervolgens ongetwijfeld te laten verstoffen. Lekker nutteloos. Maar wel vol goede herinneringen.