In augustus kamperen we met onze bustent in
Midden-Frankrijk. We staan op een kleine camping, beheerd door een Nederlands stel. Er is plaats voor een stuk of
twaalf tenten en aangezien er behalve keramiek- en yogales niets te beleven
valt is het een plek die uitstekend geschikt is voor rustzoekers. Op onze plek
kijken we vanaf de heuvel het dal in, bij aankomst leek het een prima plek maar
later op de middag moeten we achter de auto kruipen om ons aan de brandende zon
te onttrekken.
Op de mooiste plek van de camping, een meter of dertig naast
ons, staat onder een enorme eik een bleek Nederlands gezinnetje, vader, moeder,
dochtertje van een jaar of 9: ze zoeken zoveel rust dat ze zelfs geen goedendag
zeggen als ze ’s ochtends met hun
emmertje met plas voorbijkomen.
Als we twee dagen na aankomst ’s ochtends wakker worden is er op de plek
naast ons een gezin met een hoop jongens gearriveerd. Ze beginnen diverse
tenten op te zetten en dan blijkt dat wij er met onze auto niet meer
uitkunnen. Omdat we misschien toch al
een beetje breed opgesteld stonden besluiten we de hele boel een paar meter op
te schuiven, dan kunnen we meteen wat meer schaduw pakken en is iedereen blij. De
jongens zijn na een lange autorit toe aan wat beweging en geschreeuw, dus die
beginnen gelijk te voetballen.
Ik zie onze buurvrouw (die ik voor het gemak Deegsliert
genoemd heb) verderop met vertrokken mond toekijken. Ze neemt een grote omweg
met haar emmertje. Ook manlief beent in de richting van het huis waar de
eigenaren van de camping in hun zelf gecreëerd paradijsje wonen .
Opeens staat Deegsliert naast me. ‘Dat wil je toch niet, een
stelletje pubers naast je! Wij komen hier voor onze rust!’ Ze kijkt
samenzweerderig. Even bedenk ik me dat ik zal zeggen: ‘Ook goedemorgen,’ maar
dan komt er heel wat anders uit: ‘Ach, die jongens moeten even uitrazen.’ Nou,
daar denkt de buurvrouw héél anders over. Van zoveel jongensgeweld is ze
absoluut niet gediend. De buren merken wel wat er aan de hand is en doen erg
hun best heel vriendelijk over te komen, wat ze niet hoeven te doen want het
zijn gewoon aardige mensen.
Nu begint het grote geschipper voor de eigenaren van de
camping. Meneer komt kijken of iedereen tevreden is. Wanneer ’s middags een
camper arriveert met nog meer jongens en er gezamenlijke barbecueplannen op het
menu staan verzoekt mevrouw die barbecue liever op de plek waar de camper staat
te houden, wat ook gebeurt.
De dag erop vliegen er ingepakte slaapzakken de tent van
onze rustzoekende buren uit waarna ze hem met driftige bewegingen afbreken. Ze
gaan de tent op het veldje verder naar beneden opnieuw opzetten. Daar waar de
tenten met de jonge gezinnen staan. Als ik die nacht even wakker word hoor ik
in de verte uit één van die tenten babygehuil komen. Even later klinkt ook uit
een andere tent een oorverdovend gekrijs op, tenminste voor wie er bij in de
buurt staat. Bij onze buren is alles rustig. Ik draai me lekker om en slaap
snel weer in.
Zo herkenbaar :-) Gelukkig geen deegslierten bij ons in de buurt, de 4 drukke pubers hadden we zelf bij ons!!! De krijsende baby's waren er helaas wel.
BeantwoordenVerwijderen