Al jaren heeft ze het erover, onze Franse vriendin
Geneviève. Ze wil naar de ‘Kjukenoffe’. Ze is al in Amsterdam en Deventer
geweest en heeft met ons Noord-Holland doorkruist op tijdstippen dat de
Keukenhof dicht was. Vorig jaar kreeg ze een nieuwe knie. Die doet het nu dus
dit voorjaar zal het ervan komen. Ze wil naar de bollen, die prachtige bollen,
waar je sprakeloos geniet van de kleuren die je ziet. Enige nadeel: wij moeten mee.
Ze arriveert in gezelschap van het echtpaar Jacques et
Jacqueline, ze logeren bij ons. Ze zijn eerst een middagje naar Amsterdam
geweest en stel je voor, vlak voor het station vonden ze zomaar een vrije
parkeerplaats! Helemaal gratis! Oei, we kijken elkaar aan. Als dat maar
goedkomt, met die enge Amsterdamse parkeerwachten en hun geheime camera’s. Wel
naïef natuurlijk om te denken dat je in onze hoofdstad voor niks kunt parkeren,
maar wie weet hebben ze geluk. Ze hebben er uren gestaan, een rondvaart
gemaakt, de Wallen bezocht, nog wat gegeten en toen de GPS ingesteld richting
Loo. En dat is ook allemaal gelukt, dus na een paar drankjes gaat iedereen
heerlijk slapen.
De volgende ochtend vertrekken we ruim na de spits. Voor
Fransen is zo’n ritje van 145 km vanaf hier naar Lisse een peulenschil. Tegen half twaalf rijden we het enorme
parkeerterrein van de Keukenhof op. Het is gigantisch druk. Ja, er zijn veel
Chinezen, maar ook heel veel Fransen en Duitsers omdat het bij hen schoolvakantie
is. En Amerikanen en Scandinaviërs en
ook nog een paar Nederlanders van alle leeftijden. Van mijn vooroordeel, dat
het park bevolkt zou zijn met ouden van dagen blijft dus al direct niets over. En dat is nog maar het begin.
Mijn volgende idee, dat het truttig en
stijf zou zijn, kan ook gelijk in de prullenbak. Adembenemend mooie kleurcomposities
zijn een lust voor het oog. Al die kleuren, zelfs als ze willekeurig bij elkaar
gezocht lijken, maken dat je zo nu en dan niet eens goed weet waar je kijken
moet! Ik kan me voorstellen dat het scheelt wanneer je er bent, nu zijn er nog
narcissen en hyacinten, dus nagenoeg alles bloeit. Weken later zal het er
alweer heel anders uitzien. Dus neem van mij aan: als je wilt gaan - en wie wil dat nu niet - ga niet te laat, dan mis je
een hoop.
De hele middag klatert de zon haar gouden stralen over al
dit moois, dat hebben we dan toch maar mooi getroffen. Even na vieren zijn we
er klaar mee. Dat de weg naar huis nu drie uur duurt zorgt voor
plaatsvervangende schaamte. Dat zijn onze Fransen niet gewend en wij eigenlijk
ook niet meer. Maar eenmaal thuis is dat snel vergeten. We hebben een prachtige
dag gehad. En voortaan plant ik m’n bollen ook eens dicht naast elkaar in
plaats van op zo’n duf, nikserig rijtje. En creëer m’n eigen Keukenhofje.