We vliegen naar Budapest voor een citytrip van een paar dagen. Als we dalen zie ik onder ons het tracé van een vierbaans snelweg in aanleg, met klaverbladen, keurig uitgevoerd in geel zand. Het eindigt aan de rand van een groot vierkant stuk bos, aan de andere kant gaat het verder. Er staan geen machines, het werk aan de weg is stil gelegd.
Het is al donker als we in het hotel aankomen, het is
moeilijk te zien waar we ons precies bevinden omdat alle woorden van deze taal
ons vreemd zijn. We lopen een hele tijd om iets te eten te vinden en dat wordt
uiteindelijk een heerlijk broodje kebab. Het kost weinig.
De volgende dag gaan we op pad om een hop-on-hop-off bus te
regelen. Dat lukt al gauw, de extraverte zwarte kaartjesverkoper wil graag met ons mee
naar het land waar iedereen getolereerd wordt, Nederland. Er blijken meerdere
spelers op de hop-on-hop-off markt, ze noemen zich allemaal ‘official’ en we
mogen ook overal instappen maar ze volgen niet allemaal dezelfde routes.
De bussen voeren ons langs alle highlights van Buda en Pest.
Het turbulente verleden van dit land en deze stad komen behoedzaam aan de orde.
Om het iedereen naar de zin te maken wordt het allemaal niet te moeilijk en te
diepgaand. Op de boottocht over de Donau verhaalt de Engelssprekende stem uit
de luidspreker dat aan het eind van WOII alle zeven bruggen verwoest zijn door
de Duitsers en noemt ook het aantal slachtoffers dat daarbij gevallen is, de
Duitse vertaling die volgt rept daar met geen woord over.
Er zijn veel monumenten en in de rotte kiezen die na WO II en de Russische overheersing ontstonden zijn soms mooie maar vaak ook wanstaltige gebouwen neergezet. Voor de bouw van het megalomane parlementsgebouw kon men niet kon kiezen uit de voorgestelde ontwerpen en daarom werden ze alle vier maar uitgevoerd. Samen vormen ze een suikertaart die schittert tegen de blauwe hemel.Langs de brede boulevards, die je natuurlijk vergelijkt met die in Parijs en Wenen, staan nog steeds prachtige panden. Tijdens de Belle Epoque waren het woonhuizen, nu ambassades en kantoren. Aan de Andrassy Utca zijn de grote Europese modehuizen gevestigd. De keren dat wij er langs lopen zien we geen klanten.
We lunchen in de enorme shopping mall ‘West End’, die tegen
een van de drie stations aan gebouwd is. Zoals in elke grote stad heeft ook dit
station een aantrekkingskracht op de mensen die halverwege het afvoerputje van
de samenleving vechten om boven te blijven. Overigens zien we er daar ook op
andere plaatsen in de stad veel van. Ze vormen een schril contrast met de
luxueuze winkelstraten, de Russische dames de met een gouden telefoon aan hun
oor, een DGtas over hun schouder en schoenen die het onregelmatige plaveisel
maar nauwelijks aankunnen de ene winkel in, de andere weer uit trippelen.
Zeker, toeristen uit de hele wereld hebben hun weg naar
Budapest gevonden. Het bedienend personeel is uitermate voorkomend, het eten en
drinken zijn er uitstekend, toeristen worden in de watten gelegd. Natuurlijk is er niets mis mee daarvan te genieten. Maar als ik ergens toerist ben op een plek waarvan ik de indruk krijg dat de locals er zelf niet echt gelukkig zijn, dan voel ik me een beetje opgelaten. Misplaatst. De Hongaren
die wij spraken, maken een ongelukkige indruk. Ze zijn niet blij met de kant
die de stad en hun land op gaan. Ze zijn ook niet blij met hoe het geweest is. Ze weten
niet waar ze wel blij mee moeten zijn. Een land dat zo lang overlopen is door verschillende culturen en politieke invloeden heeft ook nog een lange weg te gaan. Ik hoop dat ze 'm vinden. Of afmaken.
In november verschijnt: 'Wat er gebeurt.' Verhalen.
'Wat er gebeurt..' is een bundel van verhalen over verschillende vrouwen die zeer uiteenlopende dingen meemaken rond de thema's verlies, venijn en veerkracht.
Nu al intekenen voor een gesigneerd & mooi ingepakt exemplaar? Bestel 'm voor € 19,95 incl. verzendkosten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten