Laatst zaten we op een terras, vriendin en ik. Wij stelden op dat moment op die doordeweekse dinsdagmiddag vast, dat wij eigenlijk wel het mooiste leven ter wereld hadden. Allebei zelfstandig onderneemster maar niet te gek, een man die de boterhammen waarvoor wij de hagelslag bij elkaar werkten verdient of zelfs al met pensioen is, gezonde, studerende of werkende kinderen die niet meer thuis wonen en zelf de was doen.
En hebben we opeens zomaar tijd om het bijltje er even bij neer te gooien als de zon schijnt.
Bij nader inzien bedacht ik mij dat mijn meeste vriendinnen zo’n leven leiden: er is een tuinvrouw, een dame die wat bijklust met jammetjes koken en huisdieren schilderen, eentje werkt als ze zin heeft als invaller in het onderwijs en de rest heeft het druk met winkeltje spelen in de Wereldwinkel. En toch waren wij de eerste generatie die ‘bleef werken’ toen er kinderen kwamen. Toen mijn oudste in 1985 geboren werd en ik zes weken na de zware bevalling en huildagen dolblij was dat ik weer aan het werk mocht, was dat nog bepaald geen gemeengoed in mijn omgeving. Tijdens mijn zwangerschap werd ook steeds gevraagd: ‘Hoe ga JE dat doen, straks?’ Alsof ik dat kind alleen kreeg. Nu moet ik in alle eerlijkheid wel zeggen dat het daar ook wel een beetje op leek, want man, hoe lief ook, bleek niet echt over de juiste moedergenen te beschikken die het delen van het ouderschap nu zo’n geweldige onderneming zouden maken. Als ik terug kwam van een inspannende dag werk mopperde hij dat hij ‘weer niks had kunnen doen’ en kreeg ik macaroni met tomatenketchup als maaltijd voorgeschoteld. En dan mocht ik nog blij zijn als het kind er redelijk fatsoenlijk gekleed bij liep en niet in november haar waterschoenen en een zomerjurkje droeg als ik haar van de peuterspeelzaal kwam halen. En toen ik na zeven jaar twee meisjes had en regelmoe besloot voor mezelf te beginnen, was dat het begin van een hoop meer rust in het gezin. En zat ik net als mijn eigen moeder thuis nu meestal met de theepot klaar. Heerlijk.
En nu is het laatste kind het huis uit en werkt man een aantal dagen per week in het westen terwijl ik hier het landgoed bestier en kan ik helemaal doen waar ik zin in heb: bord op schoot voor de tv, om een uur of half acht, glaasje wijn erbij, niemand die om schone sokken vraagt of wanneer we nou eens gaan eten want ze moest om acht uur…..
Ik zie er veel, van ons. Winkelen in de stad, taartje eten op een terras, kaarsen uitzoeken op een landgoedfair. We zijn allemaal redelijk geconserveerde vrouwen met een luizenleven. Dat we toch min of meer zelf afgedwongen hebben, na jaren werken en zorg gecombineerd te hebben. Dus welverdiend….toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten