Lenteboden, noemen we ze, sneeuwklokjes. Sneeuwklokjes
bloeien vooral als het nog ijskoud is, dus ‘wintergezant’ klinkt toepasselijker. Er
zijn een heleboel soorten en er worden in
het hele land sneeuwklokjesbeurzen georganiseerd, maar mij zult u daar niet
zien. Want eigenlijk vind ik het een beetje verdrietige bloemetjes,
sneeuwklokjes. Ze hangen zo met hun hoofdjes naar beneden nee te schudden in de
wind en als je ze binnen in een klein vaasje probeert te zetten willen ze er
altijd voorover uit vallen.
Winterakonietjes, met hun blije, open gele gezichtjes,
bloeiend speenkruid, madeliefjes en natuurlijk bonte krokussen en bloeiende
maagdenpalm, kijk daar kikkert een mens van op! Dat geeft een lentegevoel! Van
sneeuwklokjes krijg ik het alleen maar koud.
In Frankrijk trof ik tot mijn stomme verbazing hele mooie, vrolijke
dikbloemige sneeuwklokjes aan. Die wou ik ook! We gingen een plantenschepje
halen en zochten de berm waarin ik ze gezien had weer op. Er toch niet helemaal van overtuigd of het
wel mocht wat ik aan het doen was, probeerde ik het polletje iets te snel uit
te graven. Uiteindelijk had ik een hele hoop blad en de bloemetjes in handen
maar zaten de bolletjes nog diep in de Normandische klei. Mission impossible.
In mijn tuin probeer ik de pollen sneeuwklokjes al jaren wat te decimeren, maar op onverwachte
plekken schieten ze toch opeens weer de grond uit. Als het geen sneeuwklokjes waren zou je ze misschien wel onkruid vinden. Ik ben er inmiddels grotendeels
in geslaagd ze naar wat afgelegener stukken in mijn tuin te verbannen, zodat ik
ze niet zie als ik naar buiten kijk. Die stukken waar we ook alle takkentroep en uitgebloeide
pothyacinten en narcissen neergooien. En dan blijkt dat sneue plantje opeens
een fiere overwinnaar die zich onder het gebladerte naar boven worstelt en in
januari tussen de troep de kop opsteekt. Nog steeds bungelend, dat dan weer
wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten