Op 20 september 1997 gaat om kwart voor zeven ’s ochtends de
telefoon. Ik hoef hem niet eens op te nemen om te weten wat de boodschap zal
zijn.
Mijn broer heeft mijn moeder in de ogen gekeken en gezien
dat het vrijwel over is. En dan sta ik voor mijn kledingkast, op deze stralende
septemberdag. Wat trek je aan op de dag dat je moeder sterft?
Mijn moeder stierf aan de gevolgen van borstkanker, die ze vijf
jaar daarvoor, twee maanden nadat ze gecontroleerd was door de borstenbus, zelf
constateerde. Een operatie, bestralingen: meer was niet nodig. En toen brak de
Angst aan. Angst voor de controles, angst weer iets te voelen. Ze leefde op
geleende tijd, de opluchting na een controle duurde maar kort. In januari 1997
kreeg ze last van hevige rugpijnen. En al snel was er het vonnis: uitbehandeld.
Maar ja, dat levert natuurlijk niets op dus de ene na de andere chemokuur
volgde. Ze verloor haar haar, haar eigen cynische, lichtboosaardige zelf en
haar waardigheid en wij verloren onze moeder al veel eerder dan ze
daadwerkelijk stierf.
Vijfenzestig was ze. ‘Veel te jong,’ vond iedereen om me
heen. Ik was nog geen veertig en vond vijfenzestig helemaal niet jong. En dat
vind ik, nu ik over ruim een jaar net zo oud ben als zij toen ze haar knobbel
vond nog steeds. ‘Ze heeft zo gestreden,’ zeiden mensen troostend bij de
condoleance. Ook daar kon ik niks mee. Hoezo strijd? Kanker overkomt je toch
gewoon? En in veruit de meeste gevallen omdat je eigenlijk gewoon je taak als
mens hebt volbracht: je bent opgegroeid, hebt min of meer iets voor de
samenleving betekend en vooral: je voortgeplant. Daarvoor zijn we nu eenmaal op
aarde, net als alle andere beesten om ons heen.
‘Ik hoop nog zo dat ik mijn kleinkinderen kan zien
opgroeien,’ schreef mijn moeder mij in een brief voordat ze geopereerd werd. En
ik dacht: ‘Je hebt je kinderen toch op zien groeien tot mooie mensen? Waar
houdt het op?’
En nu moeten we lopen voor kanker, tegen een berg op fietsen
voor kanker, met de hond wandelen voor kanker: ik kan er helemaal niks mee. ’Kanker
de wereld uit,’ is een domme en leugenachtige kreet. Ik zou een nieuwe actie in het leven willen
roepen: Accepteer Kanker. Stop met al die zinloze, mensonterende behandelingen
bij mensen voor wie het einde al lang in zicht is.
Pas dan kunnen we terminale kankerpatiënten de zorg en
aandacht geven die ze verdienen, ze vertroetelen, hun haren kammen en een
lekker luchtje achter hun oren wrijven. En ze dat éne lepeltje roomyoghurt met
honing en walnoten voeren. En dan zonder spijt en schaamte laten gaan.
Je bedenkingen en irritaties zijn ook die van mij. Kanker overkomt je net als andere ziektes. We maken er het beste van Dienke. Ik hoop dat jullie op mijn feest komen. Rik.
BeantwoordenVerwijderenAccepteer Kanker. Stop met al die zinloze, mensonterende behandelingen bij mensen voor wie het einde al lang in zicht is.
BeantwoordenVerwijderenDat ben ik zo verschrikkelijk met je eens! Mijn moeder en broer zijn niet aan kanker overleden, kregen ze de kans niet voor. Ze zijn aan bestralingen en vooral chemo overleden.
Ik weet wel, als het mij gebeurt is het einde oefening.
zo helemaal met je eens!
BeantwoordenVerwijderenEr valt niks te vechten en al helemaal wordt niet een strijd verloren! Dikke pech als kanker je vind. Net als ALS of falende nieren en nog zowat. Allemaal defecten die bijdragen aan de eindigheid van ons leven.
Dank voor deze blog Dieneke.