donderdag 9 februari 2012
Vijftien jaar
geleden schaatste ik met mijn vader en Franse schoonzus op nieuwjaarsdag onder een strakblauwe hemel van Oosthuizen naar Middelie. Het was een tocht waar ik nog vaak aan terugdenk, de volstrekte rust, de geluiden van de ijzers over het zwarte ijs. Geluiden die de stilte maken. Drie dagen later was de Elfstedentocht die mijn vader niet zag omdat hij met Dirk de Franse familie naar huis bracht omdat ze allemaal ziek geworden waren. De bedoeling was ze halverwege te brengen en dan weer op tijd terug te zijn, maar zowel Sikko als Stéphanie waren te ziek. Bij aankomst troffen ze een totaal bevroren stal en loeiende koeien aan: de bedrijfshulp was ook ziek geworden. Midden in de nacht hebben ze de boel ontdooid en zijn toen samen in het enige logeerbed, een tweepersoons, gekropen, een herinnering die D. nog levendig voor de geest staat: de nacht dat ik met mijn schoonvader in één bed lag. Ze misten dus de Elfstedentocht en ik begrijp eigenlijk nu pas wat een opoffering dat eigenlijk geweest moet zijn voor mijn vader, hij was dol op schaatsen en altijd de eerste die op nog maar nauwelijks dragend ijs stond. Het was hetzelfde jaar dat mijn moeder overleed en mijn vader heeft ook nooit meer een Elfstedentocht kunnen meemaken. Dat gaat er dan allemaal door me heen, hoe jong ik toen nog was en hoe het leven voortschrijdt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten