Er was eens een niet zo mooi maar toch aardig dorp met dito buitengebied in Salland. De mensen leefden er in pais en vree, er werd altijd van alles georganiseerd door de actieve bevolking en ook van een feestje was men bepaald niet vies, daar in Bathmen. De Bathmense kermis bijvoorbeeld was een legendarisch evenement en ook Koningsdag, met het authentieke klootschieten, was voor velen een hoogtepunt in het jaar.
Langs het dorp lag de A1, een snelweg die eind ’70er jaren van de vorige eeuw geopend werd en waarvan toen al gezegd werd: ‘Dit kon wel eens ene hele drukke weg worden.’ En dat werd hij. Zo druk dat in de jaren ’10 van de volgende eeuw besloten werd de vierbaansweg met twee banen uit te breiden. En omdat Bathmen en het bijbehorend buitengebied waar buurtschappen met exotische namen als Oxe, Pieriksmars en Zuid-Loo nèt binnen de geluidsnormen vielen, kwam Rijkswaterstaat ermee weg: er hoefden geen geluidsschermen te worden geplaatst. Met als gevolg dat bij de heersende zuidwesten wind Bathmen en Loo en Loomendivasch en ’t Venne de volle laag kregen, qua geluid.
Aan de andere kant van Bathmen liep de spoorlijn Deventer-Hengelo-uiteindelijk Duitsland. Best een drukke spoorlijn met veel personen en goederenvervoer en veel bewaakte spoorwegovergangen. Op een dag besloot het Ministerie dat het nodig was om het spoor gereed te maken voor extra goederenvervoer vanwege de verwachte stijging daarvan. De Betuwelijn, die daarvoor in de vorige eeuw was aangelegd en bij lange na nog niet haar volle capaciteit benutte, was niet geschikt om treinen naar het noorden van Duitsland en verder te laten rijden: de treinen moesten dan nl. de bocht om bij Emmerich. En bochten, daar houden treinen niet van.
Dus, misschien op een zonnige middag in september (ik was er niet bij) besloot iemand op het Ministerie dat de treinen door het fraaie, kwetsbare landschap van ofwel de Achterhoek ofwel Salland zouden moeten gaan rijden. En dat het bestaande spoor daarvoor niet genoeg was, voor al die extra treinen die de komende jaren zouden gaan rijden omdat de economie ook in het achterland booming was en dat er dus Maatregelen genomen moesten worden. En tot hun grote schrik bevonden Bathmenaren zich plotseling in een spagaat: een A1 aan de ene kant en een intensief goederenspoor aan de andere kant van hun dorp.
En dat was nog niet het enige: er moesten spoorbogen komen om de lijn aan te laten sluiten op de lijn Elst-Deventer en van de vier voorgestelde varianten liepen er maar liefst drie langs Bathmen, waarvan twee met een spoorboog van ofwel linksom, ofwel rechtsom. Huizen en eeuwenoude boerderijen moesten in deze opzet worden gesloopt, het landschap ingrijpend veranderd met viaducten en tunnels. Om van de extra herrie maar niet te spreken. Want, net als bij de A1, zou de herrie ‘binnen de toegestane normen’ vallen dus aan geluidswerende maatregelen hoefde men volgens de Milieu Effect Rapportage niet te voldoen.
En Bathmen ging zich verzetten. Als een soort laatste dorp in Gallië wensten de inwoners zich niet onder de voet te laten lopen door de plannen van het Ministerie en ProRail. Er werd vergaderd, gelobbied, er werden stukken geschreven en plannen gesmeed, de social media werden ingeschakeld, er werden politici uitgenodigd en hoogwerkers neergezet om te laten zien hoe dat eruit ging zien, zo’n viaduct. Het Ministerie, wat angstig geworden nadat de eerste ‘voorlichtingsbijeenkomst’ tumultueus en tot niets leidend geëindigd was, besloot het nu anders aan te pakken. De grootst beschikbare tent werd gehuurd en gevuld met 800 stoelen. Alles werd in het werk gesteld de Belangenvereniging Bathmen maar zoveel mogelijk ter wille te zijn.
En toen de avond dan daar was en de tent tot de nok toe gevuld, kwamen de voorlichters tot hun tanden toe gewapend aan het woord. Aanvankelijk leken ze op telefonische verkopers die hun verhaal op zo’n manier doen dat je er geen speld tussen kan krijgen. Maar later op de avond, toen er vragen kwamen waar men het antwoord op schuldig moest blijven, of vragen die rechtstreeks betrekking hadden op de mogelijke aantasting van de leefbaarheid van individuele aanwezigen, werd het stiller. Steeds weer werd benadrukt dat we alle mogelijkheden hebben om ons tegen de plannen te verzetten. Om brieven te schrijven en zienswijzen in te dienen. Om de minister ervan te overtuigen dat ze voor een ander tracé, daar waar de mensen het ook niet willen, moet kiezen.
Net alsof wij, gewone mensen ook maar iets in de melk te brokken hebben. Alsof er naar ons geluisterd zal worden. Wij, mensen als b.v. de mensen in het noorden waar de aarde beeft en trilt en dat dat tot begin dit jaar NOOIT veroorzaakt kon zijn door gaswinning. Mensen die voor de politiek niet van belang zijn. Woont u op 50 m langs het spoor? Dan kunnen we u tegemoet komen in de aanschaf van dubbel glas.
Bathmen komt in drie van de vier varianten voor en iemand met een beetje nuchter verstand ziet zo voor welke variant de voorkeur zal zijn. Niet de kortste weg, want daar heeft ProRail er wel voor gezorgd dat die als duurste variant uit de bus komt. Niet de kopmaken kant in Deventer, want die variant kost tijd, dus geld. Bathmen hangt, met een spoorboog die het dorp zelfs nog in twee kampen kan verdelen: gaan we linksom, of rechtsom.
Op de voorlichtingsavond werd Bathmen ten grave gedragen. Een vriendelijk dorp met betrokken inwoners wordt opgeofferd aan ongefundeerde en ongebreidelde bouwlust van overheid en bouworganisaties. Een nieuw, megalomaan infrastructureel debacle staat in de steigers. Staan we erbij en kijken we ernaar? Ik denk het niet. De inwoners van Bathmen e.o. strijden dapper door. En wie weet: nog lang en gelukkig.