Vanuit Toledo is de
bestemming Soria om dan via de westelijke Pyreneeën weer terug te keren in
Frankrijk. We rijden voorbij Madrid, waar we niet ontkomen aan vier
prestigieuze wolkenkrabbers, elk met hun eigen architect en bijbehorende
signatuur. Een uur later, tijdens een koffiestop zien we ze nog steeds, landmarks tegen een nevelig blauwe
hemel.
We klimmen langzaam omhoog, het landschap onveranderd dor en
stuurs. Wel verbaast het ons dat er nog nauwelijks blad aan de bomen zit, hier.
De temperatuur daalt ook naar een graad of veertien. Nu heb ik wel gelezen dat
de Midden-Spaanse hoogvlakte zich kenmerkt door een landklimaat met uitzonderlijk
koude winters en korte, hete zomers, maar kennelijk was het niet tot me
doorgedrongen dat het over dit gebied gaat.
Als we een rondje op de uitgezochte camping gereden hebben
weten we het zeker: hier gaan we onze tent niet opzetten. Behalve is de kou is
de aantrekkingskracht van het bij elkaar
geraapt zootje schots en scheef opgestelde tenten en caravans, bedekt met
blauwe en groene zeilen miniem. We rijden door naar de volgende op het lijstje,
die bij Soria, maar die blijkt onderlangs de snelweg te liggen.
We zijn het snel eens over onze volgende bestemming: terug
naar Alquézar, waar alles nu opeens nog mooier lijkt dan toen we er de eerste
keer waren. We rijden door de Rioja, zien de temperatuur stijgen naar 28 graden
en staan om een uur of zeven weer op nr. 88. Met nog steeds niemand om ons
heen.
We hebben daar nog een paar mooie dagen. Nu we er wat meer
moeite voor doen ontvouwt het gebied zich en toont zijn grootse schoonheid. De Grand Canyon in Europa. Een dag later,
onderweg naar Naval om daar inderdaad authentiek Spaans aardewerk te kopen en naar de zout delving te kijken, ontwaar ik een clubje Vale Gieren op de nok
van een schuurtje en als Hoofd Vogelaar er een dag later ook nog in slaagt een hop
te fotograferen kan de vakantie natuurlijk al bijna niet meer stuk.
Om de tent niet voor één nacht te hoeven opzetten besluiten
we de laatste dagen van de vakantie door te brengen in de Dordogne op dezelfde
camping als vorig jaar, La Plage in Vézac. Dus pakken we op een warme ochtend
de hele boel weer op en rijden de mooie weg via Barbastro, L’Ainsa en door de
tunnel bij Bielsa terug door de Pyreneeën.
Dus dat was Spanje in onze notendop. De heel bijzondere sfeer daar heeft
waarschijnlijk ook alles te maken met de rust en het gebrek aan mensen en
verkeer. De rare, nutteloze autosnelweg die is aangelegd tussen Lleisa en
Huesta (maar daar 10 km van tevoren gewoon zomaar in de wereld ophoudt), de Supermercado’s met aangenaam veel minder
keus dan de grote Franse, de lage prijzen, de halflege dorpen die op aandoenlijke wijze
proberen graantjes toerisme mee te pikken, de ooievaarsnesten op de kerktorens, het
altijd licht vervreemdende van mensen die een taal spreken die je niet kunt
verstaan maar met wie je wel contact maakt met ogen en gebaren.
Alquézar ziet ons vast nog wel eens weer. In mei. Al was het
alleen al om de nachtegalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten