Ik had natuurlijk gewaarschuwd moeten zijn, toen ik de auto
parkeerde bij het vertrekpunt van de wandeling die ik samen met Luus ging
maken. Ik had een prachtig mapje wandelingen aangeschaft bij de OdT in L’Aigle
en er een wandeling van 5 km uitgekozen op niet al te grote afstand van huis. Er stond geen waarschuwing in tegen mogelijke jagers, dus Luus hoefde haar fluorescerende jasje niet aan. Volgens de eerste aanwijzing moest ik vertrekken vanaf het ‘panneau de départ’.
De borden die ik vond verkeerden in verregaande staat van ontbinding, maar ze
waren nog nét te lezen. Ach, wat kon me gebeuren, gewoon de gele strepen volgen
en voor de zekerheid de folder met wandeling mét kaartje in de zak.
Maar volgens goede Franse gewoonte ging het al na een paar
honderd meter mis. Dankzij de kaart was ik wel de goede kant uit gelopen,
maar wat volgens de instructies een onverhard weggetje zou moeten zijn was
inmiddels geasfalteerd en ook naambordjes die de route moesten verduidelijken ontbraken.
De rondwandeling kruiste twee keer de A28, niet een weg om zomaar even over te
steken, dus ik was heel benieuwd hoe we dat gingen oplossen. Kaart zo gedraaid
dat ik snapte hoe ik verder moest en niet gehinderd door énige gele streep
arriveerde ik tot mijn stomme verbazing na twee km bij een onderdoorgang voor
wild. Die verbazing lag meer aan mij dan aan de bewegwijzering, want wat ik had
gelezen als kunstwerk (‘un bel ouvrage d’art) dat ik niet kon vinden en
waar ik al erg over had gemopperd, bleek in de praktijk een wildtunnel.
Eenmaal
daar onderdoor wees het pad zich redelijk vanzelf. We passeerden een klein
kapelletje. Ik was er best trots op dat ik dat helemaal op eigen kracht bereikt
had want ook hier vond men het wel gebakken met die gele strepen. Ik stak de
weg over, er was maar één pad dat pittig steil omhoog liep (dat stond ook in de
beschrijving) en we kwamen langs een geheel overwoekerde woning. Er stond een
brievenbus voor waarvan de klep ontbrak maar die nog wel op slot zat, al had
iemand hem wel geprobeerd te forceren. Ik tuurde door de ontstane opening. Er zat een
belangrijk uitziende brief in, gedateerd 5 mei. Ik had zomaar het idee dat er
toen ook al niemand meer woonde maar ja, als postbode blijf je op je post. Ik liep nu langs een buurtschapje met grote huizen en
gekleurde kinderfietsjes in de tuin. Bij de driesprong volgde ik de route op de
kaart en toen, langs een stuk rechte weg zonder enig zijpad stond daar zomaar
opeens een gele streep op een boom!
Dat gaf moed, want nu we weer in de buurt van de A28 kwamen vreesde ik toch wel een beetje voor het vervolg van de wandeling. Die vrees bleek terecht.
Op een boom stond dat ik rechtsaf moest. En hoe ik dat ook
bekeek, ik zag geen pad of weg rechtsaf. Ik kon wel de weg naar links vervolgen,
dus dat deed ik maar een halve kilometer. Er kwam echter geen zijweg dus ik
keerde terug op mijn schreden. Luus keek me wat ongerust aan. Het zou zomaar
kunnen dat ’t arme dier best al wel een beetje moe was, ze is al elf en ze
heeft de afgelopen weken niet veel training gehad. Net als haar mens,
overigens, die nu begreep dat ze terug zou moeten keren en op zoek moest naar
de Départementale. Na een keer vergeefs een oprit te hebben opgelopen kwamen we
uiteindelijk uit op de D12. Nu moesten de laatste kilometers langs de weg
gelopen worden, daar heb ik altijd een pesthekel aan. Ondertussen had ik al een
heel betoog gecomponeerd om mijn beklag te gaan doe bij de OdT over wéér zo’n
wandeling waar geen hout van klopt. Maar iets zegt mij dat ik met mijn
commentaar de handen niet echt op elkaar zal krijgen. Laat staan dat er op de planning voor volgend
jaar het nalopen van de wandelingen uit het gidsje van de Pays d’Ouche Nord zal
staan.
Overigens ken ik een wandeling rond een buurtschapje in
Salland, waar je jezelf met een pontje over de beek kan trekken om aan de
overkant weer verder te wandelen. In de loop der jaren heb ik het pontje
langzamerhand één zien worden met zijn omgeving. De laatste keer dat ik er was
het pontje half gezonken in het geboomte en was het touw doormidden. Toen je nog wel naar de overkant kon werd het
ook geheel aan je eigen initiatief overgelaten hoe nu verder. Dus enige ervaring met mislukkende wandelingen is mij niet vreemd.
Dus nu kan ik ze daar in L’Aigle wel over de balie trekken,
maar dan heb ik boter op mijn hoofd. Eerst binnenkort maar eens checken hoe het nu zit, met dat pontje. Of het alweer functioneert.
En dan, na nog wat randonnées hier ter plaatse, misschien eens voorzichtig opmerken dat het misschien tijd is de wandelingen weer eens op te frissen. Ik wil er best op uit, met een blikje gele verf en een kwast. Wel pas na het het jachtseizoen.